woensdag 10 augustus 2011

Chip weer in z'n eigen box


Woensdag 10-8-2011 lijkt een mooiweergat tussen alle depressies die de Noordzeelanden teisteren. We staan bijtijds op, en vertrekken  om 8:30 uit de Delta marina. Op de motor met de genua als ondersteuning varen we vlot het laatste restje Veerse Meer richting Zandkreeksluis, waar we nauwelijks hoeven te wachten. Na een rondje draaien gaat de sluis al open.  Eenmaal op de Zandkreek na de sluis gaan de zeilen op, en kan de motor af.  Het is nog opkomend water, we hebben hier in de Zandkreek enigszins stroom tegen, naast de sluis is een inlaat  waarmee het Veerse Meer met zout water wordt doorgespoeld om de waterkwaliteit te verbeteren, en dat blijkt goed te werken. De wind neemt steeds een beetje toe, post Wemeldinge meldt dan ook een windwaarschuwing voor B6 voor Zierikzee en omstreken.

We varen via het Engelsche Vaarwater, waar we na het ronden van de EV8 de laatste vloedstroom flink meekrijgen. Via Keeten en Zijpe bereiken we bijna recht voor de wind in recordtijd de sluis van Bruinisse, waar we weer eens geluk hebben en ons nog net de sluis in kunnen wringen. Bij het verlaten van de sluis is de wind naar West geruimd, heeft de windsterkte de beloofde B6 bereikt, en buizen we via de Mosselbankeilanden het kanaal van Herkingen in. In het kanaal flitsen de surfers ons aan alle kanten met hoge snelheid voorbij, die gasten genieten van de stormachtige wind.


De achteruitdraai de box in blijkt ook met B6 uit het westen te lukken. Aan de 'even'  overkant van de steiger probeert een motorsailer tevergeefs vooruit de box in te steken. De havenmeester kan het niet aanzien, stapt aan boord en vaart zonder kleerscheuren in een keer de box in, dat heeft-ie vast vaker gedaan.
We genieten van onze uitgestelde lunch met een zonnetje in de kuip onder de beschutting van de buiskap. We blijven nog een nachtje aan boord, en vertrekken na schoon schip maken morgen (donderdag 11-8) weer naar huis. ( mh : 494 )

dinsdag 9 augustus 2011

Groen als gras

Na de stormwaarschuwingen van de Kustwacht en post Wemeldinge besluiten we nog een nachtje Kortgene te boeken. Qua ligplaats geen probleem, volgens de havenmeester. Het lijkt wel of we aan een steiger liggen waar zelden met de daar liggende boten gevaren wordt. Aan bakboord ligt een mooie Etap, waar het gras uit de stootrand groeit. En aan stuurboord ligt een boot die helemaal groen is uitgeslagen, en verder ook geen florisante indruk biedt. In de verkoophaven liggen verschillende schepen te koop, met (weggeef)prijzen waaraan je kunt zien dat hier de crisis niet ongemerkt voorbijgaat. Er is verder hier ook bijzonder weinig activiteit. Gelukkig staat er een hele batterij leenfietsen, waarmee je even het dorp of de omgeving kunt verkennen.
We vullen de victualiënvoorraad aan uit de plaatselijke Spar, en verwennen onszelf met een echte Zeeuwse bolus van een overheerlijke warme bakker !
Overzicht Delta marina Kortgene

maandag 8 augustus 2011

Verwaaid in Kortgene



Op zaterdag zijn de weerberichten zodanig slecht dat we besluiten nog een nacht bij te boeken in Middelburg. Dat geeft ons de kans een PKN dienst bij te wonen in de prachtige authentieke Oostkerk ( zie http://www.orgelsinzeeland.nl/navigatie_plaats_middelburg_oostkerk.htm ). De Zeeuwen moeten vroeger flinke drinkers zijn geweest, want de bouw van de kerk tussen 1647 en 1667 werd mogelijk gemaakt door een extra belasting op bier en wijn.

Hoewel de volle rondvaartboten door weer en wind af en aan varen, achter ons langs door de haven, vinden wij het geen weer om Middelburg in te gaan.
's Avonds eten we heerlijk lamskoteletten bij de Belgische uitbater van het restaurant 'de Baas en z'n Madam'  in het clubgebouw van Watersportvereniging Arne, zoals gewoonlijk een dolle sfeer, leuke gesprekken en meer dan voortreffelijk eten en drinken.

's Nachts regent het ongelooflijk hard, gelukkig klaart het op maandagmorgen 8-8-2011 een beetje op, we nemen de brugopening van 11:15. De wind is B5 met steeds uitschieters naar 6. Bij de sluis van Veere kunnen nog net mee met de schutting. Op het Veerse Meer gaat de genua uit, we varen soms over de 6 knopen. De stront waait daar letterlijk van de dijk.  We hebben geen zin om tegen stroom en stormachtige wind de Oosterschelde op te gaan, en slaan vlak voor de Zandkreeksluis af naar de Delta Marina in Kortgene, box H14. Met de kop van de Chip in de wind zitten we heerlijk beschut achter de buiskap in de kuip. Delta Marina heeft sinds kort gratis WiFi, dus skypen we even met het deel van de familie die in Hoch Krimml zit. De wind huilt en loeit vervaarlijk door de masten, het lijkt steeds harder te gaan waaien. Op kanaal 68 horen we dat een beroepsvaarder een jacht in nood te hulp schiet. Wij liggen gelukkig veilig in de haven, daar nemen we een koud roseetje op.

De vrije tijd op zondag geeft mij de gelegenheid nog wat gegevens op te zoeken van de oude Clowtings op internet (zie de links in het vorige blog).
Ik ontdek dat het met bet-opa's  'Admiraal Zoutman' slecht is afgelopen : zie de NRC kroniek van 1858 :

NRC 220458
een fregat (driemaster dwarsgetuigd ) 
Rotterdam, 21 april 1858. Uit brieven uit Havana ontvangen, vernemen wij het vergaan van het alhier te huis behorende fregatschip ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. G.H. Sprenger van Eijk.
Dit schip, de 11e maart van Havana via Cork naar Rotterdam vertrokken met 700 tons suikeren andere goederen, werd in de nacht van de 15e door hevige wind en stroom naar de kust van Florida afgedreven, waar het in weerwil van de ijverigste pogingen van de kapitein en de bemanning weldra op strand werd geworpen. 
Te nauwernood hadden de 21 ongelukkigen, die zich aan boord bevonden, de tijd met enige provisiën, wapenen, ammunitie en kledingstukken hun leven in de boten te redden. Ongelukkiglijk belette de hevige golfslag de boten de wal te bereiken, zodat de schipbreukelingen ze moesten verlaten om aan wal te kunnen komen. Het mocht hun echter later gelukken weder in het bezit te komen van de provisiën enz. welke de zee met de boten op het strand wierp.
Bij het aanbreken van de dag was van het schip niets meer dan enige wrakstukken over. De ongelukkige schipbreukelingen waren reeds de eerste dag na hun landing aan de aanvallen van beren en andere wilde dieren blootgesteld. Gedurende hun verblijf aan de kust, van welke zij zich niet wilden verwijderen in de hoop van een schip te zien opdagen dat hun te hulp zou kunnen komen, doodden zij twaalf beren, drie wolven, benevens panters en krokodillen. Zij vonden de overblijfselen van vijf andere schepen welke schipbreuk hadden geleden, negentien lijken en een graf dat eerst kort te voren gegraven scheen, waarop een stuk lei was geplant waarop de naam geschreven was van kapitein Adams. Eindelijk na een vreselijk lijden van negen dagen werden de ongelukkigen opgemerkt door de DANIËL WEBSTER. De gezagvoerder van die stoomboot, kapt. Miner, liet de machines dadelijk stoppen en nam de schipbreukelingen aan boord, met welke hij de 26e te Havana aankwam. Men kan niet te zeer het gedrag van kapt. Miner prijzen, die de geredden alle hulp verleende welke hun ongelukkige toestand verdiende. (opm: zie ook NRC 020658 en 030658)

NRC 020658
New York, 17 mei. Te Key West zijn dezer dagen aangebracht enige goederen van het op de kust van Florida verongelukte Nederlandse schip ADMIRAAL ZOUTMAN 

Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad, 04-06-1858
De goederen van het schip Admiraal Zoutman, te Key West aangebragt (zie ons nommer van gisteren) zijn voor ruim 1187 dollars verkocht.


Uit het feit dat de goederen van de Admiraal Zoutman naar Key West zijn gebracht, valt op te maken dat het schip op de Florida Keys (eilanden ten zuiden van Florida) is vergaan. Opmerkelijk dat er zoveel wilde dieren waren in die tijd !

Gegevens van de 'Admiraal Zoutman' : ( zie http://www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=10129 )
Gebouwd bij De Jong, Kortelandt & Anthony (scheepswerf St. Joris), Rotterdam.
Kiellegging 27-8-1836, opgeleverd 16-8-1837.
Netto tonnage : 689 , draagvermogen : 364 lasten.
Lengte 38,19 m - breedte 6,84 m - diepgang 5,83 m

De betekenis van de 'zeemanscolleges' en vlagnummers van gezagvoerders was mij volslagen onbekend. Hier een beschrijving wat ze betekenden :

Zeemanscolleges waren nodig om de belangen te behartigen van de kapitein en de andere bemanning om deze enige sociale zekerheid te bieden. Er werd jaarlijks contributie betaald en er was een fonds voor noodlijdende bemanning.
Bij ziekte en overlijden werd een bedrag uitgekeerd. In het begin van de 19e eeuw was het zeemansbestaan nog erg riskant door ziekte en ongevallen. Zeelieden werden daarom uitgesloten van ondersteuning door de weldadigheids verenigingen. Ook opneming in het weduwefonds was voor hun vrouwen niet mogelijk.

Het Zeemanscollege te Rotterdam ‘Tot nut der Zeevaart’ ontstond in 1819. De vlag : groen, wit, groen met in het zwart de letter R voor het nummer in het witte vlak.
 Zinspreuk:
 “Wij dragen zaâm blijmoedig bij,
 Aan ’t oogmerk dezer Maatschappij,
 Voor oude zeeliên, moê van ’t zwerven,
 Voor weêuw en weezen, als wij sterven.”

De Kapiteinsvlag
De kapitein die zich aanmeldde bij het zeemanscollege werd voorgedragen bij het bestuur door de reder die hem als kapitein had aangenomen, of door een van de lid zijnde kapiteins, om toegelaten te worden. Na goedkeuring kreeg hij een nummer toegewezen en een kapiteinsvlag van het zeemanscollege met daarin de letter van het college en zijn nummer.

De naam van de kapitein en zijn nummer, schip en rederij werd bekend gemaakt in de boekjes van alle zeemanscolleges in Nederland. Iedere kapitein had dit boekje aan boord bij zich. Hierdoor wist men, welke kapitein met welk schip men onderweg gezien had.
Bij het uitvaren van en inkomen van een haven werd er met de kapiteinsvlag gegroet. Ook bij het op zicht passeren van schepen op zee werd de vlag gehesen onder de Nederlandse driekleur en daarna weer binnen gehaald.
Veel oude gegevens zijn te vinden in Piet's scheepsindex  http://www.scheepsindex.nl/Persoon.php?i=294&r=K

Nog meer details zijn op onderstaande link te vinden :
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeemanscollege

Hier de brief (in ons bezit) die door de agent van de rederij te Hong Kong bij het overlijden van Isaac Henry Clowting op 1 juni 1856 aan zijn nabestaanden is gestuurd  (ten onrechte staat er mevrouw H.I. Clowting in de aanhef, dat had I.H. moeten zijn, zie geboorteakte ;  zijn vrouw Martje Visser was zeven jaar daarvoor in 1849 overleden. Hij hertrouwde in 1851 met de Terschellinger weduwe Wietske Visser. Zijn zoon Henry Isaac is op het moment van overlijden van  z'n vader 10 jaar oud. Weduwe Wietske Visser keert met haar zoon  terug naar Terschelling. Die zoon is mijn overgrootvader, die net als mijn grootvader Marcus Clowting loodsschipper op Terschelling is geweest).



Mevrouw H. I. Clowting

Mevrouw,

Met de diepste droefheid moeten wij Uwe het treurige bericht geven dat uw Echtgenoot, den Heer H.I. Clowting gezagvoerder van het Nederl. schip "Admiraal Zoutman" op den 1 Juny na een korte ziekte van 4 dagen aan de Hong Kong koorts is overleden na alle mogelijke pogingen gedaan te hebben om door de beste medicale assistentie Kapitein Clowting in het leven te behouden, maar hunne pogingen zijn vergeefs geweest. Wij condoleeren  Uw mevrouw met dit treffend verlies in geloove dat wij daarin veel deelnemen. De Heeren C. Vlierboom en Zn *) zullen Uw verscheidene documenten overhandigen welke wij uitgemaakt hebben en hoopen dat deeze Uw in der beste orde mogen geworden.
Met de meeste achting, noemen wij ons met alle achting,
Uwer dienaren,
w.g. Schaeffers 
Agenten van de Nederl. Fregatschip 'Admiraal Zoutman'


*) Vlierboom was de reder van dit schip.




















In het volgende bericht wordt door de agent melding gemaakt van het feit dat er een steen voor het graf is besteld. Helaas hebben we die niet kunnen vinden bij ons bezoek aan Hong Kong in 2006, de begraafplaats is waarschijnlijk nog volledig intact. Misschien bij een volgend bezoek meer succes !


'Wij hebben kapitein Clowting bij zijn begravenis alle mogelijke Eer beweezen en naast zijne collegas begraven en hebben tot gedachtenis van zijne memorie een grafsteen bevolen welk over eenige dagen gereed zal zijn'







De overlijdensakte :

Op den 1st Juni des Jaars Achtien Honderd zes en vijftig compareerden voor mij Hermann Schaeffer alhier wonende, Teun Albert Pronk, oud 26 jaren wonende te Katwijk van beroep 1ste stuurman aan boord van het Ned fregat "Admiraal Zoutman", Albert Verruys oud 23 jaren en Walter Schaeffer oud 27 jaren beide hier woonachtig, verklaren als getuigen bij deze dat op heden den 1ste der maand Juny des jaars Achttien Honderd zes en vijftig ten 9 uren 's avonds is overleden in hunne tegenwoordigheid Henry Isaac Clowting oud 40 jaren, wonende te Rotterdam gezagvoerder van het Nederl. Fregat "Admiraal Zoutman" thans hier liggende.
Aldus gedaan ten mijn huyze den 2de Juny 1856 en na voorlezing, ondertekend door genoemde getuigen en door mijzelf te Hong Kong in China

Hermann Schaeffer in functie van Schaeffers, agenten van de Holl Fregatschip "Admiraal Zoutman"





woensdag 3 augustus 2011

Veerse Meer en de Clowting roots



Dinsdag 2-8 is een hete dag met nauwelijks wind, die niet uitnodigt tot veel activiteit.
We hebben vanuit de jachthaven een prachtig uitzicht op het Veerse meer, met in de verte aan de overkant de karakteristieke 'skyline' van Veere. We vullen de  voorraden aan bij de Kamperlandse C1000, als je niet beter wist zou je denken dat die ergens in Duitsland ligt, gezien de voertaal. Onderweg passeren we aan het eind van het Havenkanaal de jachthaven van Kamperland, die we twee jaar geleden hebben bezocht toen die nieuw gebouwd is. Er liggen nu heel wat meer schepen dan destijds maar het is toch een wat somber  geheel. Er is wel een straatje met leuke winkeltjes bijgebouwd, maar kooplustig publiek is ver te zoeken.
De Campveerse toren in 1696
's Middags willen we nog even de benen strekken, en nemen de veerpont naar Veere (die veerdienst was er in de Middeleeeuwen al, daaraan heeft Veere zijn naam ontleend). Veere begint in de 12e of 13e eeuw als het gehucht Campvere.
Wolfert VI van Borssele (stadhouder voor de vorst in Holland, Zeeland en Utrecht, Heer van Veere) huwt in 1444 de Schotse koningsdochter Mary Stuart, dochter van Jacobus I van Schotland. (zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfert_VI_van_Borselen )

In de zestiende eeuw deden soms wel 50 tot 60 schepen per dag de stad aan. Door de connectie met Schotland wordt Veere in 1541 de stapelplaats van alle Schotse goederen in de Nederlanden, en komt de plaats tot grote bloei. De Schotse wol was één van de belangrijkste producten voor de Nederlanden. Maar de Schotten namen ook schaapsvellen, gezouten koehuiden, zalm en vlees mee. Omgekeerd werden Zeeuwse producten als laken, meekrap, fruit en groente verscheept naar Schotland.

Het stapelcontract, een verdrag tussen Karel V, heer der Nederlanden en de Schotse koning leidt tot de vestiging van een grote Schotse kolonie in de kleine havenstad. In 1600 zijn 300 van de 3000 inwoners Schots, en zij bezitten in hun "Lord Conservator", een door de Schotse koning benoemde bestuurder, een eigen notaris, ouderling, politieagent en rechter. Veere heeft een officieel in Schotland geregistreerd 'Veere district tartan' (zie foto).
De Schotten zijn in een bijzonder privilege vrijgesteld van de accijnzen op bier en wijn en mogen van 1613 tot 1799 in een eigen herberg goedkoop drinken. Deze is tot 1764 gevestigd in een gebouw aan de Wijngaardstraat, maar is dan vervallen en onbewoonbaar geworden. De herberg wordt verplaatst naar het huis ‘In de Struijs’ aan de Kaai. 
In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is Veere in eerste instantie Spaansgezind, tot in 1572 op 4 mei een groepering geuzen voor de poorten staat en de inname van Veere binnen een dag een feit is. In 1572 sluit Veere zich, met de meeste andere Walcherse steden, aan bij de opstand tegen het bewind van Alva. In de Republiek neemt de stad een vooraanstaande positie in. 

Onder dwang van  Frankrijk wordt tijdens de Bataafse Republiek (1795-1801)  op 10 oktober 1799 per decreet het stapelcontract beëindigd, en neemt het belang van Veere als doorvoerhaven af. (voor de historische feiten : dank aan Wikipedia en Museum Veere). 

Onze familie van moeders kant (Clowting) heeft een bijzondere band met Veere. Het is de plaats waar eind 18e eeuw de eerste Clowting (Henry) verschijnt. Het is zeker voor de overzeese handel een turbulente tijd, zie http://www.canonvanvlissingen.nl/?p=verd&moment=13 . Begin 19e eeuw wordt voorvader Isaac Clowting (een broer van Henry) door een Engelse handelsorganisatie (of waren het smokkelaars ?) naar naar Veere gestuurd om financieel orde op zaken te stellen.

Voor geïnteresseerden, kijk eens hier : http://www.genealogieonline.nl/genealogie-bazelmans/I222.php :Isaac Clouting  is getrouwd met Sara Robus rond 1800 te Folkestone, Kent, Engeland.
Ten tijde van Napoleon bestonden er in Engeland smokkelmaatschappijen. Deze lieten kleine zeilschepen varen, waarmee vanuit Franse havens allerlei smokkelwaar Engeland werd binnen gesmokkeld. Toen er tussen Engeland en Frankrijk oorlog uitbrak, moesten de Engelsen, die in de Franse havensteden woonden, Frankrijk verlaten en hebben een aantal Vlissingen als uitgangshaven gekozen. Dit waren niet de echte smokkelaars maar degene die bij de maatschappijen in dienst waren. Zo was Isaac Clowting de boekhouder die de uitgaven en inkomsten controleerde. Toen de oorlog afgelopen was zijn velen weer uit Vlissingen vertrokken, doch enige families zijn gebleven, waaronder de familie Clowting.
De eerste Clowting die werd ingeschreven in Nederland was Henry Clowting, afkomstig van Walberswick (Suffolk) van beroep zeeman. Hij ging op 04-01-1787 in ondertrouw met Susanna Karrolt afkomstig van Folkestone (Kent). Waarschijnlijk zijn zij teruggekeerd naar Engeland. Kennelijk zijn Henry en Isaac broers (een van de kinderen van Isaac heette Isaac Henry).
Isaac Clouting was de tweede Clouting/Clowting die voet aan land zette in Holland. Hij vestigde zich samen met zijn vrouw Sara Robus omstreeks 1800 in Veere (toen nog Campveere) Aangezien de DTB-boeken van Veere van voor 1811 verloren zijn gegaan, zijn de gegevens uit die tijd onvolledig.
In 1814 verhuisden Isaac en Sarah naar Vlissingen. Hij vestigde zich daar als zeehandelaar, zeilmaker en koopman. Bij hen woonde in Elizabeth Robus, weduwe van Faggy (tante van Sara).

Isaac Clowting (1782-1858) en zijn nageslacht ontwikkelden zich gelukkig tot eerzame burgers, die vooral in de maritieme sfeer hun brood verdienden. Een van de zoons van Isaac, nl Isaac Henry Clowting (1815-1856) is mijn bet-overgrootvader. De namen circuleren nog steeds in de familie, ik had twee ooms die Isaac en Henry heetten, en heb een neef die Isaac heet.

Deze bet-overgrootvader Isaac Henry Clowting werd al op jonge leeftijd gezagvoerder op het (commerciële) fregat 'Admiraal Zoutman'. Voor gegevens zie hier :
 www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=10129 ,
 http://www.zeemansleed.nl/?page_id=2880 en hier :  http://www.grotezeilvaart.nl/scribo/documenten/SchepenlijstfregatschepenenbarkenBM.pdf

Tijdens een van zijn reizen naar het verre Oosten overleed Isaac Henry op 1 juni 1856 als slachtoffer van de 'Hong Kong griep' in Hong Kong. Ik heb een fotokopie van een brief van de rederij, waarin wordt vermeld dat hij in aanwezigheid van de scheepsofficieren en de Nederlandse consul is begraven, en dat er later door tussenkomst van het consulaat het een 'passende' grafsteen op zijn graf is geplaatst. Helaas konden we tijdens onze reis door China in 2006 zijn graf in Hong Kong niet lokaliseren, maar de begraafplaats moet nog steeds bestaan.

Altijd als wij door Veere lopen, komen de herinneringen aan het roemruchte verleden boven. Het is een merkwaardig gevoel in een stadje te lopen met zo'n rijke historie in de wetenschap dat onder heel andere omstandigheden, verre voorouders hier ook moeten hebben gelopen. Die gedachten worden tegen 5 uur ruw onderbroken door het onverbiddelijke vertrek van de laatste pont vanaf de Campveerse toren richting Kamperland.

De woensdag 3-8 begint somber met zo nu en dan een regenbuitje. Ons plan om naar een eiland in het Veerse Meer  te verkassen laten we varen, en boeken nog een dagje bij in de jachthaven. 's Middags breekt de zon weer door en maken we een mooie fietstocht tot aan einde van het Veerse Meer aan de noordwestzijde. Het is windstil, wat vanaf de jachthaven het mooie sfeerplaatje links oplevert als de zon bijna is verdwenen. Donderdag 4-8 doen we per fiets eerst nog even inkopen in Kamperland en vertrekken dan onder het ijzeren zeil richting Middelburg, via de Veerse sluis en het kanaal door Walcheren. We krijgen box 40 toegewezen, die we voor 3 nachten reserveren. Het plan is vervolgens naar Vlissingen door te varen en buitenom over zee een 'rondje Walcheren' te maken, en bij de Roompot weer naar binnen te gaan. We houden de weersverwachting scherp in de gaten, want het moet natuurlijk wel leuk blijven.


maandag 1 augustus 2011

Hoppen van Wemeldinge naar Goes en Veerse meer

Mosselen hebben we dit seizoen nog niet gegeten, dat moet er nu in Zeeland maar eens van komen. Dus besluiten we zaterdagavond de kipfilet (voor de eigenlijk op het menu staande Kip Madras) in de koeling te laten liggen, en onszelf op een heerlijk mosselmaal te trakteren in het havenrestaurant van Wemeldinge.
Zondagochtend vertrekken we bijtijds richting Oosterschelde met bestemming Goes, via de Goessche Sas en het Havenkanaal. Halverwege de tocht naar Goessche Sas zwemt en weer even een bruinvis mee, we beginnen er al aan te wennen dat er eentje luid snuivend naast de boot opduikt en sierlijk z'n rugvin showt. Uit de sluis komt ons een armada van boten tegemoet, dus is er een goede kans dat er een plaatsje vrij is in ons reisdoel, het pittoreske jachthaventje 'de Werf' in Goes. Verkeer in de richting Goes is er nauwelijks. In de sluis legt naast ons een al wat oudere zeilboot aan. De bemanning ervan is nogal lui aangelegd, want ze zijn niet van plan zelf  tegen de uitbundig groene sluismuur aan te leggen. Ze reiken ons hun meerlijnen aan, en ach wij zijn ook de beroerste niet. De luie buurbemanning blijkt een gezellig echtpaar, dat ook onderweg is naar Goes, en meedeelt dat ze de pech hebben dat hun gas op is. Wij bieden ze onze reserve gasfles aan, die we zodra we in jachthaven 'de Werf' aangelegd hebben langs zullen brengen. Dat duurt helaas nog even, want de brug bij Goes draait maar eenmaal per uur, en op sommige uren helemaal niet.
Maar eindelijk liggen we dan op een prachtige plek in een prachtige jachthaven. Als we onze eigen gasfles controleren, blijkt die ook bijna leeg te zijn, en vervangen die dus door ons volle reserve exemplaar, en ruilen onze bijna lege gasfles tegen de helemaal lege van de luie sluisgangers. Als dank worden we uitgenodigd om oesters te komen eten, die ze in de buurt van St Annaland hebben geraapt. Op onze beurt hebben we een fles rose en een pot olijven uit de koeling getrokken en zo wordt het een gezellige middag. De oesters smaken meer dan voortreffelijk.
Na de brugopening van 5 uur komen Lies en Martijn met de 'C'est ça' de Werf binnenvaren, dus kunnen we op de 'Chip' gelijk door met een wijntje en daarna Nespresso. We besluiten opnieuw de kipfilet in de koeling te laten liggen en gaan gezellig met z'n viertjes in het bourgondische Belgisch restaurant 'Anvers' eten. Het door het weerbericht  aangekondigde mooie weer is daadwerkelijk aangekomen.
Maandagmorgen 1 augustus vertrekken na een relaxed ontbijt onder een stralend blauwe hemel terug door het havenkanaal, richting Oosterschelde. Na de sluis zwaaien we Martijn en Lies uit, ze gaan weer richting Grevelingen. Wij hoppen verder naar de Zandkreek, waar we door de Zandkreeksluis op het Veerse Meer terecht komen. We proberen op de genua nog wat snelheid te maken, maar dat wil niet erg lukken. Na een uurtje zetten we het ijzeren zeil bij en tuffen we met een rustig gangetje naar de Jachthaven Kamperland, recht tegenover Veere aan de ingang van het kanaal naar Kamperland. Vanavond staat eindelijk de Kip Madras op het menu, maar de kipfilet ligt nu al zo lang in de koeling dat we die niet meer durven te consumeren, en deponeren die in de afvalbak. Bij de lokale C1000 scoren we een lekker vers stukje vlees, weliswaar geen kip maar de 'Kip Madras' smaakt er niet minder om.