zaterdag 25 juli 2015

Zware storm


Zaterdag 25-7. Het KNMI heeft nu voor de kuststreek de slechtweercode van oranje opgehoogd naar rood. Op de weerkaart ziet het er zo uit :

In de haven liggen we behoorlijk te schommelen, terwijl de wind angstaanjagend door de masten huilt en giert. En we schommelen alsof we op zee zitten. De Grevelingen oogt mistig door het  water dat opstuift van de hoge golven. Op zich prachtig, dat natuurgeweld, maar dan wel als je veilig in de haven ligt.

De ene bui blijft de andere opjagen, en de Chip steigert en rukt aan z'n landvasten als een wild paard. Aan het einde van de middag heeft de storm ook het noorden van Nederland bereikt, bij ons trekt de lucht open en verschijnt er een schuchter zonnetje. Het lijkt dan alsof het windstil is, maar volgens onze windmeter staat er nog steeds een windkracht 5.
Het blijkt de zwaarste julistorm sinds het begin van de waarnemingen geweest te zijn, met een hoogst gemeten windsnelheid van 120 km/h in IJmuiden

We doen intussen de weekendinkopen. Morgen pakken we de noodzakelijke zaken in, en vertrekken we naar huis. Komend weekend komen Arnold en Bart een paar dagen logeren, en keren we terug op de boot.



blog / boot statistieken tot op heden :
blog pageviews : 37775
motoruren sinds 2007 : 993
totaal afgelegde zeemijlen sinds 2002 : 8425

vrijdag 24 juli 2015

Home sweet home


Vrijdag 24-7.  Vandaag sluiten we dit deel van de vakantie af met de terugreis naar de thuishaven Herkingen. Martijn en Liesbeth met kleinzonen Jens en Ruben liggen sinds gisteren al geankerd vlak voor Herkingen. We kijken er naar uit ze weer te zien, en vertrekken al voor achten voor deze driesluizentocht (Volkerak, Krammer en Grevelingen sluis). Wind is er niet, dus alles gaat op de motor, die de afgelopen dagen zonder morren al veel uren heeft gemaakt.

Volkerak
Krammer
Grevelingen
Bij de Volkeraksluis is het op dit vroege uur nog erg stil, de sluis staat wel 'verkeerd' , moet dus eerst op niveau worden gebracht voor de deuren open kunnen.
Na het Hellegat,  Noord Volkerak, het Noordergat en Zuid Volkerak doemen de Krammersluizen op. Hier is het al iets drukker, maar we passen met z'n allen precies in de kleine sluis, die al open staat als we aan komen varen.

Na de Krammersluis varen we weer op zout water, een verademing ! Naar de Grevelingensluis is het maar een kwartiertje varen, opnieuw treffen we weer meer drukte voor de sluis. Maar  wat we zien als we de sluis uitvaren, slaat alles. Kennelijk wil iedereen naar huis voordat morgen de aangekondigde storm losbarst. Er liggen wel honderd jachten te wachten, dat gaat nog uren duren voordat iedereen geschut is.
Bijgaand foto's van onze schutting in de drie sluizen.

Als we bij Bruinisse de Grevelingen opvaren, zien we al snel de 'Stormvogel' liggen. Martijn heeft ons ook gezien, en vaart ons in de rubberboot samen met Jens tegemoet. Even later liggen we ook achter hun anker en zitten we aan de koffie. De dames gaan met de jongens naar het strandje van het dichtstbijzijnde Grevelingen eiland, samen met Martijn in volledige duikuitrusting ga ik het aangekoekte vuil van vreemde havens van onze waterlijnen poetsen.


Aan het eind van de middag scheiden onze wegen zich richting thuishaven, de 'Chip' vaart naar Herkingen, de 'Stormvogel' naar Scharendijke. Onze box is gelukkig vrij, en de auto staat er nog.
We bewonderen het nieuwe clubhuis van onze watersportvereniging, het is nog niet af maar het sanitair kan al gebruikt worden. Het is een prachtig gebouw met up to date voorzieningen.
We stappen in de auto en rijden naar Scharendijke, waar de ' Stormvogel' intussen aangelegd heeft. We eten met z'n allen bij de Italiaan, na een kop koffie aan boord nemen we afscheid en rijden terug naar Herkingen voor onze voorlopig laatste nacht(en) op de ' Chip'.









donderdag 23 juli 2015

Willemstad


Donderdag 23-7. Als we na douche en ontbijt het wel hebben gezien in de jachthaven St Joris in Ridderkerk, vertrekken we om half tien. De verkeersbrug in Alblasserdam kunnen we net zonder kleerscheuren passeren, de actuele doorvaarthoogte lezen we af op de brugpijler : 11,6 m, het topje van onze marifoon antenne staat op 11,2 m. De spoorbrug in Dordrecht is een meter lager, dat gaat dus niet lukken, we moeten wachten op de twee-uurlijkse brugopening, de eerste die voor ons in aanmerking komt is die van 11:12.

De aanblik van Dordrecht, de oudste stad van Nederland, is altijd majestueus als je vanuit het noorden over de Noord komt aanvaren. Met de stroom mee zijn we bijna een uur te vroeg in Dordt, we wachten  op de brugopening bij een kleine aanlegplaats, die we al goed kennen van vorige passages. Even gelegenheid om bij de warme bakker lekkere broodjes voor de lunch en een paar punten appeltaart te halen, dit alles volgens het SAS dieet. De heerlijke appelpunten overleven de koffieronde niet.

De spoorbrugpassage gaat volgens het boekje, bij Zwijndrecht (onder de rook van Unimills waar ik in mijn Unilever tijd nog wel eens een klus moest klaren) draaien we de Dordtse Kil in. Dit is het drukste binnenvaartkruispunt van heel Europa, dus uitkijken geblazen. Via het Hollands Diep dat er onder een heerlijk zonnetje prachtig bij ligt, arriveren we rond twee uur in Willemstad. De havenmeester heeft op dit tijdstip zelfs nog een box weg te geven, een aanbod waar we niet lang over na hoeven te denken. Na een bezoek aan de plaatselijke Jumbo is het verder luieren geblazen, voorwaar geen straf onder deze omstandigheden !
Onderstaand fotootjes van de gemeentehaven en de jachthaven van Willemstad, die naast elkaar liggen.

Een stukje geschiedenis van Willemstad (met dank aan Wikipedia)

'Vroeger lag op de plaats van het huidige Willemstad een gors. Toen Jan IV van Glymes, markies van Bergen op Zoom deze had laten inpolderen, ontstond rond 1565 het dorpje Ruigenhil. Op 17 juni 1583 na de Slag bij Steenbergen namen de Spanjaarden Steenbergen in. Willem van Oranje liet Ruigenhil versterken tot vesting. Na diens dood in 1584 verleende zijn zoon, Prins Maurits, de plaats in 1585 stadsrechten. Willem's stad kreeg de officiële naam Willemstad.

Prins Maurits liet de 'Fortificatiemeester' Adriaen Anthonisz de vesting uitbreiden tot zijn huidige vorm van een zevenpuntige ster. De bastions op de punten van de ster werden ieder genoemd naar een van de zeven provinciën die zich hadden verenigd in de strijd tegen Spanje. De plattegrond van het stadje past zo goed bij de vestingwerken dat vaak gedacht wordt dat beide tegelijk ontworpen zijn. In eerste instantie telde de vesting vijf bastions en twee kleine forten. De vesting is later meerdere malen verbeterd.

Ook werd, door Coenraat Norenburch, in Willemstad een protestantse kerk gebouwd, de Koepelkerk (1607). Dit is de eerste voor de protestantse eredienst gebouwde kerk in Nederland. Prins Maurits verleende financiële steun voor de kerk, op voorwaarde dat deze in een ronde of achtkante vorm zou worden gebouwd. In 1623 liet Maurits in Willemstad de Princehof bouwen (tegenwoordig Mauritshuis). Het gebouw was vanaf 1973 het stadhuis van de gemeente Willemstad, tot deze in 1997 opging in de gemeente Moerdijk.

Op 28 mei 1926 werd de status van vesting bij Koninklijk Besluit opgeheven. In 1970 werd de gehele voormalige vesting, inclusief de binnenstad en het schootsveld, tot beschermd stadsgezicht verklaard.

Er bestaat nog altijd een band tussen Willemstad en de familie Van Oranje; één van de titels van Willem-Alexander is Heer van Willemstad.'




Anarchisme op het water


 Woensdag 23-7. Vandaag willen we proberen Willemstad te bereiken. Een grote afstand, met een paar vervelende obstakels die voor veel vertraging kunnen zorgen : de spoorbrug bij Alphen en Gouda, de Stormvloedkering bij Krimpen aan de IJssel, en de spoorbrug bij Dordrecht. Bij vertraging krijgen we bovendien de stroom flink tegen op de Noord en de Oude Maas.
Het begint in ieder geval goed :  de zon schijnt, en even voor achten is de havenmeester al paraat om de klapbrug, die toegang geeft tot de haven, te bedienen. Met de harde westenwind is het lastig in de krappe haven te manoeuvreren, maar geen probleem, we vertrekken.

Net als we bezig zijn de haven te verlaten, zien we al een zeilboot passeren richting Alphen, dat is gunstig, als je met z’n tweeën bent draaien de bruggen sneller dan wanneer single bent. In de verte uit het noorden zien we een konvooi van wel negen zeiljachten aankomen, de slechte zeeweer verwachting zorgt voor drukte op de Staandemastroute. Met een beetje  geluk kunnen we die voorblijven. De eerste brug heeft al gedraaid voor de vroege passant, maar bij de tweede brug sluiten we bij hem aan.  

Bij de bruggen die op afstand worden bediend, staan meerdere camera’s die registreren wat er rond een brug gebeurt. De brugwachters zitten vaak heel ergens anders, je moet ze per marifoon aanroepen. En als ze je dan zien, en ze zijn niet druk met andere bruggen, wordt er meestal vlot gedraaid. Onze voorligger blijft heel ver voor de brug al stilliggen, en vertikt het om z’n marifoon te gebruiken, bij de verdere bruggen in Alphen duurt het op die manier heel lang voor er gedraaid wordt. We varen hem voorbij, gaan voor de te openen brug liggen en vragen een opening, de brugwachter meldt dat hij ons gezien heeft en draait de brug.  Zo simpel is dat. Vlak na Alphen, als we de Gouwe opdraaien, ligt een hefbrug, met op enige afstand een spoorbrug.

Het konvooi is ons inmiddels opgelopen, er zitten een paar Belgen bij met grote boten die de overduidelijk de indruk wekken haast te hebben.  Ik vraag als eerst aankomende een opening aan, heb nog even een conversatie met de brugwachter hoe hoog de hefbrug moet worden geopend. Dan stort de massa boten met flink het gas erop zich door de brugopening, terwijl overduidelijk de lage spoorbrug op een paar honderd meter afstand dicht is. Het konvooi verdicht zich tot een kluwen, terwijl er ook nog een binnenvaartschip tussendoor komt dat vlak voor de spoorbrug moet aanleggen. Met de harde wind schuin van voren vergt het enige stuurmanskunst om niet dwars in het vaarwater te komen liggen. Die kunst zijn een aantal duidelijk niet meester, sommigen leggen aan, wat de beste optie is, maar het aantal ligplaatsen is zeer beperkt. Een Bavaria komt ons zeer snel achterop varen, ik zie in gedachten zijn boeg al de Chip in tweeën splijten. Ik maak volgens Irene te onvriendelijk duidelijk dat hij zich gedeisd moet houden, maar ik kan slecht tegen zoveel onbenul. De brug is dicht, blijft voorlopig dicht en die gaat geen moment eerder open door met z’n elven tegen de brug te gaan aanliggen.

We hebben intussen veel tijd verloren, en het halen van de opening van de spoorbrug in Gouda wordt bijna onmogelijk. Als deze spoorbrug eindelijk draait, gaat bij de Belgen het gas er vol op, ook als er een maximum snelheid van 6 km/h wordt aangegeven in verband met woonboten die er liggen. De koffiekopjes vliegen daar waarschijnlijk van tafel. Ze zijn zoveel eerder bij de volgende hefbrug, dat die al weer sluit als de rest van het konvooi aankomt, dat levert weer de nodige vertraging op, want de brug gaat pas opnieuw open als het verkeer, dat voor de brug staat te wachten, is weggewerkt. De spoorbrug in Gouda halen we al niet meer, we moeten sowieso twee uur daar wachten, dus tuffen we op ons gemak verder en laten het konvooi voortrazen.

Als we bij de wachtplaats voor de spoorbrug aankomen, ligt iedereen te wachten, een paar van de allersnelsten hebben de spoorbrugopening kennelijk wel gehaald en zijn zo beloond voor hun asociale gedrag. De spoorbrug kan in verband met het drukke treinverkeer maar kort open. In tegenstelling tot andere bruggen varen de boten hier van twee kanten tegelijk door de brug, dat doe je zoals duidelijk aangegeven met borden, door netjes achter elkaar door de brug te varen. Maar dit konvooi houdt niet van regels, we gaan driedik door de brug. In de Juliana sluis ligt iedereen weer bij elkaar, de eerstaankomenden zijn halverwege de sluis gaan liggen, maar daar kijken we niet meer van op.

Na de sluis komen we op de Hollandsche IJssel, een prachtig getijdevaarwater dat zich door het zeer Hollandse landschap kronkelt. Helemaal in de geest van vandaag komen we net te laat voor de brugopening in de stormvloedkering bij Krimpen aan de IJssel. We moeten een uurtje wachten, dat geeft tijd voor bak koffie. Na de opening bevinden we ons op de Maas aan de oostzijde van Rotterdam, we zien de skyline met de allesoverheersende Brienenoordbrug zich majestueus tegen de horizon aftekenen. Het scheepvaartverkeer is erg druk hier, het vaarwater is dan ook erg onrustig. Het lijkt de Noordzee wel ! Bij Kinderdijk draaien we de Noord op, de tegenstroom is hier ruim twee knopen. De tocht richting Dordrecht gaat zo een eeuwigheid duren, wij draaien bij Ridderkerk de jachthaven St Joris in voor een overnachting.

Het is een kleine jachthaven, ooit met zelfwerkzaamheid van de leden gesticht in 1952. Er  liggen veel oudere motorboten, sommige  duidelijk zelf gebouwd. Intussen is hier en daar wat achterstallig onderhoud ontstaan.  Het getijverschil hier is rond de meter, wij hebben nu bij opkomend tij nog  maar net voldoende water onder de kiel. De schepen aan de tegenoverliggende containerkade die bij het aanleggen hek- en boegschroeven gebruiken, blazen het slik zo de jachthaven in. Bij het steeds drukker wordende containervervoer is de jachthaven ten dode opgeschreven, zeker in combinatie met de vergrijzing van het ledenbestand.

Op de fiets moet ik eerst de voedselvoorraad aanvullen, voordat de scheepskok weer een van haar heerlijke creaties kan bereiden. Vanavond staat Spaghetti Carbonara op het menu. Verder is hier niets te beleven, er is uiteraard geen WIFI hier, we moeten de databundel uit onze abonnementen aanspreken. Morgen gaan we op een comfortabele tijd voor de stroom verder richting Dordrecht.




dinsdag 21 juli 2015

Staandemast


Dinsdag 21-7. Voor alle zekerheid wordt in alle vroegte de laatste weerinformatie opgehaald. Dat ziet er voor op zee niet goed uit, en dat maakt onze definitieve keuze voor de Staandemast route gemakkelijk. Het waait zeker bij IJmuiden lekker door, en er staat een file lagedruk kernen klaar voor de Noordzee. Uit de ligging en de onderlinge afstand van de isobaren is af te leiden dat de wind overwegend ZW zal zijn, en het flink zal blijven waaien.

Even na 8 uur vertrekken we uit de Marina, het waait een dikke 5 Bft op het Noordzeekanaal. Het is bijna twee uur varen naar de brug in de A9 over het C-kanaal. Die brug draait maar 3x per dag, de eerste keer om 10:30. We zijn mooi op tijd. Vrijwel direct schutten we in de sluis bij Spaarndam naar de Haarlemmermeer. We mogen Haarlem passeren na het betalen van 10 Euri, daarvoor worden 9 bruggen gedraaid.

Via de ringvaart van de Haarlemmermeer bereiken we keurig op tijd een volgend (qua tijdstip, 15:09) cruciaal punt, de spoorbrug en de brug in de A44 bij Sassenheim. Via het Braassemermeer, en vervolgens de Woudwetering en de Heimanswetering bereiken we om 17:00 ons doel voor vandaag, de jachthaven van de WV Alphen. Van tevoren hebben we al gebeld of er plaats is, de havenmeester draait de brug open zodra hij ons in het vizier krijgt. Zo eindigt een 9 uur lange, weliswaar winderige, maar verder prachtige, zonovergoten vaartocht door een schitterend oerhollands landschap.

's Avonds komen Wil en Daan op gezellig op de koffie, met een zak van die heerlijke gevulde koeken van bakker van Maanen. Smullen !




maandag 20 juli 2015

Amsterdam Marina


Maandag 20-7. Na het fourageren vertrekken we rond 11:30 uit de Volendamse Marina richting Amsterdam. Van het bekijken van de weer- en golfhoogte verwachtingen voor de komende dagen zijn we niet vrolijk geworden, we besluiten dan ook de staandemastroute te nemen, deze keer via Haarlem. Zo'n route vraagt altijd veel gepuzzel met vertrek- en reistijden, sommige bruggen openen maar drie keer per dag, en voor je het weet lig je een halve dag te wachten of kun je geen jachthaven of zelfs geen simpele aanlegplaats meer bereiken. De Haarlemmermeer is bepaald niet vriendelijk voor z'n varende gasten, ze moeten eens een kijkje in Friesland nemen, daar kunnen ze zien hoe het ook anders kan.

We vertrekken onder een heerlijk zonnetje, geen wind. Hoe dichter we bij Amsterdam komen, hoe meer de lucht betrekt. Vlak voor het Buiten-IJ, in de aanloop naar de Schellingwouderbrug, lijkt de boot niet meer vooruit te branden. We halen de brugopening van 14:00 dan ook net niet, we leggen aan tot de volgende opening om 14:20.  Bij het aanleggen blijkt de oorzaak van het slome gedrag : we hebben een heel boeket waterplanten aan de kiel hangen. Naast alle boten zie je ze omhoog dwarrelen. Gratis gemaaid voor Rijkswaterstaat. Direct na de Schellingwouderbrug moeten we schutten in de Oranjesluis. Het is onverwacht druk, we moeten passen en meten.


We varen de Sixhaven voorbij, daar wordt je altijd volledig gestapeld, en dan kunnen we morgen niet op de tijd vertrekken die voor de tocht naar Haarlem nodig is. Een goede reden om deze keer de redelijk nieuwe Amsterdam Marina te proberen, deze is gelegen op het terrein waar ooit de voormalige, roemruchte NDSM (Nederlandsche Dok- en Scheepsbouw Maatschappij) gevestigd was. In 1937 was het de grootste scheepswerf ter wereld.

We varen in eerste instantie de hele, druk bezette marina door op zoek naar een havenmeester of een meldsteiger, maar die zien we niet. We leggen dan maar even aan om te voet het havenkantoor te zoeken. Achterin de haven is het erg ongezellig en naargeestig met al die kantoorgebouwen, daar willen niet liggen. Gelukkig heeft de havenmeester een mooi plaatsje vlak aan het Noordzeekanaal beschikbaar, daar varen we de boot graag voor om.

's Avonds eten we in het bomvolle restaurant 'Loetje aan't IJ', dat op de begane grond van de 'spin' op de Marina is gevestigd, een fantastische steak. Dit houden we voor de toekomst in gedachten, een omweg waard ! Na de verwennerij maken we een wandeling over het oude werfterrein.
In de oude NDSM dokken het een en ander aan nautisch en historisch erfgoed, hoewel goed te begrijpen is dat sommigen het oud roest noemen. Hier valt nog het een en ander op te knappen. De 'Pollux' ligt er, de 'Norderney', beter bekend als het Radio Veronica schip, een paar afgedankte marineschepen en oude IJ-veren, en een heus lichtschip, waarvan niet meer is te achterhalen waar het dienst heeft gedaan.



zondag 19 juli 2015

Volendam


Zondag 19-7. Gezien de weersvoorspelling met een stormwaarschuwing voor de middag, vertrekken we vroeg uit Urk. Om 7:55 gaan de trossen los en verlaten we een verder slaperige haven. De wind is (nog) NO, het waait nauwelijks, dus gaan we op de motor richting Lelystad, waar we door de Houtribsluizen moeten schutten naar het Markermeer. We passeren de replica van het VOC schip de Batavia, altijd prachtig om te zien. De masten zijn nog steeds in renovatie.
 
We verlaten nu de lagerwal in WZW richting, de wind is al geruimd naar ZW, later zelfs pal W, en dat merk je behoorlijk aan de golfslag. Er trekken ook flinke stortbuien over, maar dankzij de stuurautomaat kan ik redelijk beschut het verloop van de tocht in de gaten houden. Op de AIS zien we tegenliggers al van ver aankomen, pas vlakbij zie je ze door de buien heen. Irene ligt binnen in de kajuit languit een e-boek te lezen, die is zo ingeslingerd dat ze van de golven niets merkt. De Centrale Meldpost IJsselmeer meldt via de marifoon een acute stormwaarschuwing, maar vooralsnog merken we daar niets van.

Als we eindelijk onder de vaste wal bij Volendam komen, neemt de wind plotseling af en kalmeert de golfslag, en het wordt droog, zelfs een waterig zonnetje verschijnt. We roepen de Marina Volendam op voor een plaatsje voor de nacht, dat wordt Alpha 48, helemaal aan het eind van de haven.

Als we vastliggen, begint de zon volop te schijnen. We wandelen naar het dorp, waar het zoals altijd een drukte van belang is met toeristen uit alle delen van de wereld.
Op de Dijk eten we een heerlijke haring, en bij de bekendste palingroker van Volendam halen we een pondje paling, daar kun je in vissersdorp Volendam natuurlijk niet omheen. Een extra pilletje tegen maagzuur nemen we voor lief.





vrijdag 17 juli 2015

Actief in Urk


 Vrijdag 17-7. In Urk waai je vandaag uit je hemd, wij zijn lekker een dagje blijven liggen bij windkracht 6. Het spookt dan behoorlijk op het IJsselmeer. Toch gaan er mensen het water op, hoewel dat niet onze keuze is, maar prima als je goed materiaal hebt en weet wat je doet. Als je niet aan deze voorwaarden voldoet, ben je een prooi voor de reddingsdiensten, zoals deze kajuitboot vlak voor Urk die onder deze omstandigheden niet op het water hoort. Waarschijnlijk zonder fatsoenlijke waterkaart, want deze boot was zo de ondiepte het Vormt opgevaren.

Vlak tegenover ons is het watersportbedrijf van Post, die ook het bergingsbedrijf Tornado runt. Hij heeft een grote RIB met 2x 300 pk buitenboord motoren. We zien hem vandaag een paar keer uitrukken, onder andere bij de actie op de foto's links. Maar van die acties hoor en zie je verder niets.



Een andere actie is het bezoeken van het historische 'Kerkje aan de zee'. Zoals bekend, zijn er in Urk bijna net zoveel kerken als inwoners, maar dit is de oudste en waarschijnlijk de mooiste, in ieder geval de authentiekste.

De geschiedenis van het kerkje is na te lezen op Wikipedia :
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkje_aan_de_Zee_(Urk)

In de zomer wordt er iedere dag om 14:00 een zangdienst gehouden, zonder zware preken, gewoon gezellig bekende liederen zingen. En volstrekt democratisch, iedereen mag een lied roepen uit de verzameling die in een boekje is samengebracht. Verder een aantal gedichten die worden voorgedragen, en een zangoptreden van een jong meisje met gitaar. Die zal nooit  The voice of Holland winnen, maar al met al een leuke en mooie belevenis. Het is dit jaar al voor het veertigste jaar dat dit dagelijkse evenement plaatsvindt, veel kerken zijn tegenwoordig leeg, deze zit vol.











Vuurtorens langs de kust van de Zuiderzee


Vrijdag 17-7. Een front raast over Nederland, vannacht regen en nu harde wind Bft 6-7. We blijven nog maar even liggen !
Gisteravond zagen we de zon ondergaan op een bankje onder de vuurtoren. Tijdens het lezen van een aangebrachte plaquette bij de ingang, wordt onze belangstelling gewekt voor de geschiedenis van deze vuurtoren, en ook van andere zoals het Paard van Marken waar we vaak langs zijn gevaren. En vandaag is de toren voor bezoekers geopend, een mooie gelegenheid om die van binnen te bekijken en aanvullende historische informatie in te winnen.


De vuurtoren van Urk

Al in 1617 wordt op Urk een kolenvuur ontstoken ter beveiliging van de vitale scheepvaartwegen naar Amsterdam en het achterland. In 1699 wordt het verlichtingssysteem uitgebreid met vuurtorens te Marken, Enkhuizen (De Ven) en IJdoorn (Durgerdam).

Voor de vuren moeten de schepen op de Zuiderzee jaarlijks belasting betalen. Als bewijs van betaling ontvangen ze een ‘bakenloodje’, met een afbeelding van de ‘Suyderzeese Vuur Bakens’, en het betreffende jaartal.  Ontvanger van de vuurgelden is de stad Amsterdam, in die functie draagt ze de verantwoording voor het toezicht op de kustverlichting langs de Noordzee en de Hollandse kust van de Zuiderzee (in die tijd hoort Urk bij Holland).

In 1809 (in de Franse tijd, onder de eerste koning van Nederland, de Fransman Louis Bonaparte, broer van Napoleon) wordt het vuurbaken van Urk voorzien van een olielamp. In 1813, onder het bewind van de kersverse koning Willem I, komt het beheer van de vuren, tonnen en bakens onder het departement van Marine.

In 1837 wordt een vierkante baak gebouwd, die in 1844 weer wordt afgebroken. In plaats daarvan wordt de 18,5 meter hoge vuurtoren in de huidige vorm gebouwd, volgens een ontwerp van de inspecteur Maritieme Werken J.Valk.
De vuurtoren is de enige langs het IJsselmeer en het Markermeer die de beschikking heeft over een draailicht voorzien van lenzen. Stuwende kracht achter de toenmalige verbetering van de kustverlichting is de inspecteur-generaal over het loodswezen jhr. A.C. Toet. Zijn naam staat vermeld op de gedenksteen bij de toegangsdeur van de toren.

De vuurtoren van Urk is thans in beheer bij Rijkswaterstaat. Het licht is elektrisch, met een lichtsterkte van 40000 Cd. De 6-delige fresnellens draait linksom met een snelheid van twee omwentelingen per minuut, wat resulteert in 1 schittering per 5 seconden. Het licht is volledig geautomatiseerd, maar in noodgevallen kan de aandrijving plaats vinden door een ronddraaiende horizontale trommel waarover een kabel is gewikkeld en waaraan een gewicht hangt. Er is voorzien in een handmatig opwindmechanisme, iedere 2 uur moet het gewicht weer omhoog worden gehesen. 
In 2009 is er bij onderhoudswerkzaamheden een nieuw koperen dak op de lichtkoepel aangebracht.

De Marker vuurtoren (Het Paard van Marken)

De Urker vuurtoren lijkt als twee druppels water op die van Marken, die bekend staat als ‘Het Paard van Marken’, niet zo gek want ze zijn van dezelfde ontwerper. De Marker vuurtoren is gebouwd in 1839 op de oostelijke punt van het eiland. De toren heeft een hoogte van 16 meter en een lichtbereik van 16,7 km.

Het karakteristieke ontwerp van de vuurtorens van Urk en Marken is van J.Valk, die de vuurtorens ontwierp voor Hellevoetsluis (1822), Fort Kijkduin (1822, afgebroken), Egmond aan Zee (1833), Vlieland (1836, afgebroken), en Urk (1844).

De eerste Marker vuurtoren in 1700 is vierkant van vorm. Dit is een van drie vuurtorens aan de oostzijde van de Zuiderzee bij Marken, De Ven en Durgerdam waartoe in 1699 wordt besloten om de route van de Waddenzee naar Amsterdam te markeren. De torens zijn voorzien van olielampen volgens het ontwerp van Jan van der Heyden.

In 1817 geeft de koning toestemming voor het sluiten van een onderhands contract voor aanbesteding van reparaties aan de vuurtoren op Marken en voor de levering van benodigde materialen.

In 1838 wordt de directeur-generaal van Marine gemachtigd voor het slopen van de oude toren tot op de fundering, en voor de bouw van een geheel nieuwe ronde stenen toren, en van een woning voor de torenwachter. Op de toren moet een catadioptrisch lichttoestel van de vierde orde, naar ontwerp van Fresnel geplaatst worden.
(zie : https://nl.wikipedia.org/wiki/Fresnellens )

Op 20 juni 1839 legt kapitein-luitenant ter Zee Jhr. Herman Adr. Van Karnebeek, tijdelijk onderinspecteur van het Loodswezen te Amsterdam, de eerste steen. Het licht wordt al op 14 november 1839 voor de eerste maal ontstoken. De toren is vanaf de bouw voorzien van een mistbel. In 1919 wordt de mistbel vervangen door een misthoorn. De misthoorn is sinds 2001 buiten werking.

Recent heeft de huidige bewoner de mistbel teruggeplaatst, en wordt er gewerkt aan het opnieuw werkend maken van de misthoorn. Voor de lucht zorgt een oude Bronsmotor uit 1919. De motor is uniek, goed voor 5pk. Afkomstig uit Appingedam, met bouwnummer 1350. Een enorm gevaarte, dat een even antieke compressor aandrijft.

Regelmatig heeft de vuurtoren last van kruiend ijs. In 1971 was dit zo erg dat de toren enkele centimeters van zijn plaats werd geduwd. Momenteel wordt de vuurtoren bewoond.
Sinds 1970 bezit de toren de status rijksmonument.

Voor meer info zie http://www.thijsvandetoren.nl/Techniek.html
en https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_vuurtorens_in_Nederland

Hieronder de overige twee oude vuurtorens in deze reeks, die uit Durgerdam en De Ven :

Durgerdam : Aanvankelijk is de vuurtoren een vierkant, stenen gebouw. De vuurtoren is in 1893 vervangen door een achtkantige, conische, opengewerkte toren van gietijzer en profielstaal. De toren telt vijf etages waarvan de bovenste, het lichthuis, gesloten is. Voor de vuurtorenwachter is een aparte Lichtwachterswoning gebouwd, de huidige dateert uit 1951. De vuurtoren is sinds 1981 een rijksmonument. In 2001 wordt het mistsein uitgeschakeld. Het licht in de vuurtoren wordt in 2003 gedoofd, na de pensionering van de laatste vuurtorenwachter. Sinds 2005 is het licht weer in bedrijf.

Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuurtoreneiland

De Ven : Van de drie torens is alleen De Ven nog de originele. In 1819 brandt De Ven met haar houten binnenmuren uit, en moet worden hersteld. Het lichthuis is vernield en alleen de buitenmuren staan nog overeind. De noodverlichting die men plaatst doet dienst tot 1834, als de toren wordt voorzien van een nieuw lichthuis waarvan de optiek is uitgevoerd met een Fresnellens.
Naast de vuurtoren staat tot ver in de twintigste eeuw een seinpaal, die door middel van dagmerken en bollen aanwijzingen over wind, water en storm geeft aan de passerende schepen. Op het lichthuis bevindt zich een walmbol, die ervoor zorgt dat condens wel naar buiten kan, en de regen niet naar binnen. Sinds 1966 is de toren een rijksmonument.

Op 16 april 2009 wordt het licht gedoofd, omdat de sectoren de vaargeul vanaf Lemmer niet goed meer kunnen markeren. Na protest is het licht op 21 oktober 2009 toch weer ontstoken. De rode sectoren zijn verwijderd.
Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Ven